Het werd weer tijd voor een taalspiekbriefje. Deze keer over woorden met een afkorting erin. Want waarom is het sms’en en sms-taal?
1. Is het een afkorting + een woorddeel dat niet los kan voorkomen (in die betekenis)?
Dan is het bijvoorbeeld: sms’en, zzp’er, mkb’er, tv-tje.
2. Is het een afkorting + een woord dat wel los kan voorkomen? Bijvoorbeeld APK+keuring.
Dan schrijf je: Apk-keuring, sms-taal, hbo-opleiding, tv-kijker.