Houd het positief

‘Het boek kost 40 euro. U moet vooraf betalen.’
Dat klinkt nu niet bepaald vriendelijk, vind je wel? Woorden als kosten, moeten, betalen: ik noem het koude woorden, want hier krijg ik nu niet bepaald een warm gevoel van.

Nee, luister dan eens naar de marktkoopman. Van hem krijg je een kilo bananen voor maar 2 euro. Een koopje of niet. Het klinkt in ieder geval wel als een koopje en voordat je het weet zitten die bananen in je tas. En dat is precies waar het om gaat. Het woord krijgen is een warm woord, een blijmakertje.

Tijd voor blijmakertjes
Blijmakertjes toveren een glimlach op je gezicht. Tijd dus voor om vooral blijmakertjes te gebruiken als:
gratis – cadeau – garantie – zeker – krijgen – ontvangen – voor u –
zomaar – gerust – extra

Voorbeelden:
Bel ons gerust. Wij helpen u graag verder.
Op deze kookplaat krijgt u volledige garantie.
En koopt u vandaag De Telegraaf, dan krijgt u dit boek er gratis bij.
Bij deze heerlijke kaas, ontvangt u van ons een fles wijn cadeau.

This entry was posted in Algemeen, Communicatie, Taal & tekst. Bookmark the permalink.